algemene informatie
In 1980 verzamelde zich een groep amateur-astronomen die zich vooral bezig hielden met het waarnemen van de zon. Zij richtten de werkgroep zon van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde op. De leden van dat eerste uur waren vooral waarnemers. Leden telden en tekenden zonnevlekken en namen de zon waar in waterstoflicht.
Ook nu nog neemt een handjevol waarnemers de zon nauwlettend in het oog: zonnevlekken, protuberansen, radio-uitbarstingen, Sudden Ionospheric Disturbances, verstoringen van het aardmagnetisch veld enz. Verschillende waarnemers maken deel uit van een groep die verbonden is aan het Solar Data Influences Center in Ukkel.
Binnen het totaal van werkgroepen neemt de werkgroep zon een aparte plaats in. Houden de meeste werkgroepen zich bezig met astronomie die in de kleine, donkere en vaak koude uurtjes beoefend wordt, de leden van de werkgroep zon zijn overdag met hun hobby actief in zonovergoten en warme omstandigheden.

zonnevlekken

De zonnevlekken zijn de meest eenvoudig waar te nemen verschijnselen op de zon. Met behulp van projectie (kijk nooit rechtstreeks naar de zon zonder de juiste beschermingsmaatregelen genomen te hebben) kunnen de zonnevlekken van dag tot dag gevolgd worden. Aan hand van deze waarnemingen kan eenvoudig de rotatie van de zon vastgesteld worden, kunnen ontwikkelingen in de groepen waargenomen worden en kan dagelijks het zonnevlekkengetal berekend worden. Het zonnevlekkengetal werd in 1849 door Wolf ingevoerd. Met behulp van tellingen van zonnevlekken berekende hij de activiteit van de zon. Via deze getallen werd het duidelijk dat de activiteit van de zon een periode van ca. 11 jaar heeft. Tot op vandaag worden deze metingen en berekeningen uitgevoerd.
waarneemmogelijkheden
Tijdens zonsverduisteringen laat de zon aan de rand de prachtige protuberansen zien. Enorme vlamachtige verschijnselen die zich meer dan 100.000 km boven het zonsoppervlak kunnen uitstrekken. Waren de astronomen daarvoor afhankelijk van zonsverduisteringen, vanaf begin 1900 ontwikkelden Hale en Deslandres de spectroheliograaf en in 1942 bouwde de fransman Lyot de coronograaf waarmee een zonsverduistering nagebootst werd. In dit instrument werd naast de protuberansen zelfs de corona, een ijle gaslaag boven het oppervlak van de zon, zichtbaar.
Later werd het mogelijk om de zon in radiostraling waar te nemen. En ook in dat golflengtegebied werd de 11-jarige periode in zonne-activiteit duidelijk waargenomen.
Met de ingang van de ruimtevaart wordt de zon ook vanuit de ruimte bestudeerd. Straling die het aardoppervlak niet kan bereiken, zoals röntgenstraling, blijkt veel informatie over de corona te geven. Sinds het ruimtestation Skylab in de zeventiger jaren kwamen vele gedetailleerde en prachtige opnamen van de zon beschikbaar. Latere satellieten zoals Solar Maximum Mission, Yokoh, SOHO, Parker en SDO hebben veel bijgedragen aan een betere begrip omtrent de activiteit van de zon.
Welke waarnemingen en technieken er ook gebruikt worden het is overduidelijk dat zonne-activiteit te maken heeft met magneetvelden op de zon. Alle verschijnselen zijn uitingen van veranderingen in het magnetisch veld van de zon.
activiteiten vereniging
De leden van de werkgroep hebben verschillende interesses in de zon. Zij gebruiken voor hun waarnemingen zeer uiteenlopende instrumenten. Sommige leden doen zonnevlekkentellingen met het ongewapend oog (eclipsbril). Anderen werken met geavanceerde ontvangers om de radiostraling van de zon te registreren. Sommigen nemen de zon incidenteel waar en anderen proberen de zon dagelijks in haar activiteit te volgen. Weer anderen volgen het zonnenieuws nauwgezet. Als u interesse hebt, neem dan contact op met één van de bestuursleden.
Er is een groep waarnemers die zo mogelijk dagelijks de vlekken tekenen, tellen, fotograferen en classificeren. Het prettige van deze waarnemingen is dat het met behulp van kleine instrumenten uitstekend gedaan kan worden (serieus werk kan al met een 40 mm telescoop uitgevoerd worden).
Daarnaast hebben ook enkele leden een speciaal filter en/of telescoop waarmee zij de zon in het rode waterstoflicht (656,28 nm) kunnen bestuderen. Met behulp van deze kijkers of filter kunnen protuberansen en flares waargenomen worden. Enkele leden bezitten een protuberansentelescoop waarmee de protuberansen aan de rand van de zon bekeken kunnen worden.
Er zijn ook leden die zelden of nooit met behulp van telescopen naar de zon kijken. Zij voeden hun interesse met informatie uit boeken, lezingen en internet.
Een kleine groep houdt zich bezig met radiostraling van de zon. Deze leden meten de radiostraling die door de zon uitgestraald wordt. Enkelen houden zich bezig met het meten van het aardmagnetisch veld. Grote uitbarstingen op de zon kunnen het aardmagnetisch veld beïnvloeden en met hun magnetometers kunnen ze deze verstoringen meten. En een klein groepje leden registreert de reflectie van de ionosfeer voor VLF-radiogolven. De reflectiviteit neemt toe wanneer zich energierijke processen op de zon afspelen.
Eén ding hebben ze allen gemeen. De zon boeit hen enorm en zij komen 2 keer per jaar bijeen tijdens de werkgroepbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten worden waarnemingen uitgewisseld, waarneemmethoden en -technieken besproken en wordt er geluisterd naar lezingen van leden en professionele astronomen. Elke bijeenkomst blijkt de pauze niet lang genoeg te duren om alle leden hun ervaringen met elkaar uit te laten wisselen. Diepgaande discussies, enthousiaste verhalen en reacties laten koffie koud worden. Het bindmiddel van de werkgroep is het maandelijkse bulletin waarin verslag gedaan wordt van de vele waarnemingen van de leden en de zonne-activiteit zoals die op professionele en amateursterrenwachten uitgevoerd worden.
waarnemen en instrumenten (voor uitgebreidere informatie zie de andere links als “wit licht”, enz.)
Het waarnemen van de zon in wit licht is een eenvoudige zaak. Een kleine lenzenkijker voldoet. Het zonsbeeld wordt geprojecteerd op een wit scherm en de zonnevlekken zijn makkelijk te zien. Zelfs met een verrekijker kunnen deze waarnemingen gedaan worden. Deze methode is absoluut veilig. Een waarschuwing is hier op zijn plaats: kijk nooit, niet snel of heel even met of zonder telescoop naar de zon, tenzij de juiste beschermingsmiddelen worden gebruikt. Het oog kan daardoor onherstelbaar beschadigen! Speciale objectieffilters zijn te koop maar vaak ook prijzig.
De speciale filters om de zon in waterstoflicht te kunnen bekijken of de protuberansentelescopen zijn geen goedkope instrumenten. Maar het zicht dat deze instrumenten toelaten op de zon zijn indrukwekkend: prachtige, majestueuze protuberansen verheffen zich honderdduizenden kilometers boven het zonsoppervlak.
Radioastronomie is vaak het studiegebied van de elektronisch aangelegde leden. Zij bouwen ontvangers, passen deze aan en ontwikkelen antennes om de zonne-activiteit te kunnen volgen. Het grote voordeel voor deze waarnemers is dat zij dwars door de bewolking heen de radiostraling van de zon ontvangen en dus niet afhankelijk zijn van heldere momenten.